Het is niet eenvoudig om na te gaan hoeveel kinderen van buiten Europa in Nederland zijn geadopteerd. In het Nationaal Archief hebben we stukken van bijvoorbeeld het Ministerie van Justitie en van het BIA teruggevonden. De volgende cijfers vinden we hier terug:
Jaar | Totaal van buiten Europa | Waarvan uit Indonesië |
1970 | 142 | |
1971 | 159 | |
1972 | 203 | |
1973 | 316 | 1 |
1974 | 619 | 22 |
1975 | 1018 | 68 |
1976 | 1125 | 110 |
1977 | 1105 | 154 |
1978 | 1211 | 249 |
1979 | 1288 | 515 |
1980 | 1594 | 669 |
1981 | 1161 | 535 |
1982 | 1045 | 279 |
1983 | 1365 | 438 |
1984 | 965 | 31 |
totaal | 12.812 (vanaf 1973) | 3071 |
Als we kijken naar het aantal adopties uit Indonesië ten opzichte van het totaal aantal interlandelijke adopties van buiten Europa dan is -in de periode 1973-1984- bijna 25 % (dus 1 op de vier kinderen) afkomstig uit Indonesië.
In 1983 heeft Indonesië de grenzen gesloten en is adoptie alleen nog mogelijk als de ouders meer dan drie jaar in Indonesië wonen.
Welke Nederlandse organisaties zijn betrokken?
Zowel het BIA als het Ministerie van Justitie hebben bijgehouden via welke Nederlandse organisaties de kinderen uit Indonesië naar Nederland kwamen. De cijfers verschillen iets van elkaar. Het Ministerie van Justitie kreeg de cijfers met enige vertraging via de Nederlandse bevolkingsadministratie. Hierdoor werden kinderen soms in een ander jaar geteld. Gecombineerd hebben we de volgende cijfers gevonden.
Let op: het gaat hier om de betrokkenheid van de Nederlandse organisaties. Bina Sejahtera (de nieuwe naam van Kasih Bunda) is een Nederlandse organisatie, maar was ook de naam van een organisatie in Indonesië. Deze Indonesische organisatie werkte samen met Bina Sejahtera (Kasih Bunda) in Nederland, maar ook met BANND, Heerebout en veel particulieren.
Stichting Mulia in Nederland werkte met stichting Mulia in Indonesië, maar stichting Mulia in Indonesië regelde (achter hun rug) ook adopties direct met particulieren in Nederland (en andere landen) etc.
Jaar | Uit Indonesië | Nederlandse organisatie | Aantal |
1978 | 249 | BIA | 34 |
overige | 215 | ||
1979 | 515 | BIA | 88 |
overige | 427 | ||
1980 | 669 | BIA | 105 |
overige | 564 | ||
1981 | 535 | BIA | 96 |
Bina Sejahtera | 115 | ||
Mulia | 34 | ||
Melati | 21 | ||
Immanuel | 15 | ||
SBA | 14 | ||
Anak Anak Teman/Heerebout | 14 | ||
overige | 226 | ||
1982 | 279 | BIA | 65 |
Bina Sejahtera | 114 | ||
Mulia | 33 | ||
Melati | 16 | ||
Immanuel | 30 | ||
SBA | 6 | ||
Anak Anak Teman/Heerebout | 25 | ||
overig | * | ||
1983 | 438 | BIA | onbekend |
Bina Sejahtera | 161 | ||
Mulia | 30 | ||
Melati | 20 | ||
Immanuel | 22 | ||
SBA | 9 | ||
Anak Anak Teman/Heerebout | 38 | ||
overige | onbekend | ||
1984** | 31 | onbekend |
* Hier komen de cijfers van het ministerie van Justitie niet overeen met de cijfers van BIA. Het totaal van alle bemiddelingen van alle Nederlandse organisaties samen is meer dan 279 kinderen. Dit kan natuurlijk niet. Het totaal aantal kinderen (279 ) wordt wel door beiden genoemd als totaal aantal kinderen dat in 1982 vanuit Indonesië naar Nederland is gekomen.
** In 1984 was de grens met Indonesië al dicht, maar het gaat hier om kinderen die in 1983 zijn gearriveerd maar pas in 1984 zijn geregistreerd in Nederland.
In totaal zien we in de officiële grafieken 3071 kinderen die vanuit Indonesië in Nederland geadopteerd worden. Naast de kinderen die officieel binnen kwamen, kwamen er ook kinderen illegaal Nederland binnen (dit blijkt bijvoorbeeld uit onderzoek Nederlandse politie 1982, maar ook uit ervaringsverhalen). De kinderen werden dan bij de gemeente aangegeven als eigen kind.
Ook zijn er kinderen geadopteerd door Nederlandse ouders die in Indonesië of in een ander land woonden. Zij zijn pas jaren later met hun kind naar Nederland teruggekeerd.
Hierdoor is de schatting dat er tussen 1973 tot 1983 in totaal rond de 3200 tot 3500 kinderen vanuit Indonesië naar Nederland zijn gekomen.
Europa
Een groot aantal Europese landen staat aspirant-adoptiefouders toe kinderen uit landen buiten Europa in hun gezin op te nemen. Uit een overzicht van de International Social Service van september 1978, blijkt dat de aantallen nogal uiteenlopen. Er wordt van de volgende cijfers uit gegaan:
Schatting Internationale adoptie (van buiten Europa) in 1978 | Aantal |
Oostenrijk | 0 |
Finland | 10-20 |
Duitsland | 80 |
Italie | 200 |
Noorwegen | 200-400 |
Frankrijk | 400-1000 |
Denemarken | 600-700 |
België | 1000 |
Nederland | 1100 |
Zweden | 2000 |
(WODC Justitiële verkenningen 4/79)
De adoptieouders
Wie waren de ouders die zich aanmeldden voor een adoptiekind?
Kinderloos of niet?
Naast kinderloze echtparen die geen kinderen konden krijgen, meldden zich ook echtparen die zelf al kinderen hadden.
Volgens de Directie Kinderbescherming van het Ministerie van Justitie was 1978 ± 30% van de ouders die een kind adopteerden, al ouder van biologische kinderen. Het BIA sprak in 1977 ten aanzien van haar bestand over 36%, waarvan bijna de helft al twee of meer kinderen had. (WODC Justitiële verkenningen 4/79)
Uit de cijfers van het ministerie (over alle interlandelijke adoptie, dus niet specifiek voor Indonesië) zien we dat het aantal echtparen die kinderloos zijn toeneemt:
1975 | 1976 | 1977 | 1978 | 1979 | 1980 | 1981 | 1982 | 1983 | 1984 |
70,5% | 73,6% | 64% | 71,3% | 70,7% | 75,9% | 76,4% | 73,6% | 84,7% | 87% |
Deze toename is misschien te verklaren doordat de wachtlijsten erg lang waren, en er een discussie ontstond of kinderloze echtparen geen voorrang zouden moeten krijgen. Ze hebben geen voorrang gekregen, maar het is wel mogelijk dat ouders die zelf al kinderen hadden zich hierdoor eerder terugtrokken van de wachtlijst.
Daarnaast wilden sommige organisaties in Indonesië alleen de adoptie regelen als de Nederlandse ouders konden aantonen dat zij zelf niet in staat waren kinderen te krijgen. Ze moesten dit aantonen met een medische verklaring.
Van alle kinderloze echtparen in Nederland besluit ongeveer 20% tot (buitenlandse) adoptie.
Geloof
Adoptieouders zijn vaak gereformeerd, meer dan het percentage gereformeerden in de samenleving. Katholieken ouders zijn juist ondervertegenwoordigd.
Dit is te verklaren doordat binnen de gereformeerde geloofsgemeenschap altijd al veel aandacht was voor de zending en hulp in ontwikkelingslanden. Daarnaast wilde sommige organisaties in Indonesië slechts de adoptie regelen als de ouders konden aantonen dat ze goede christenen waren. Hiervoor moesten ze bijvoorbeeld een verklaring van de dominee overleggen.