Visa
Nog geen Nederlandse nationaliteit
In Indonesië is adoptie een voogdijbeslissing. Dit betekent dat je, ondanks je adoptie, je Indonesische nationaliteit behield. Pas nadat je een jaar in Nederland woonde en ook de Nederlandse rechter de adoptie had uitgesproken kreeg je de Nederlandse nationaliteit.
Dit betekende dat de toegang tot Nederland via het vreemdelingenrecht geregeld moest worden.
Visum voor lang verblijf (MVV)
Een visum voor lang verblijf (dit heet een MVV, een machtiging tot voorlopig verblijf) is nodig als je langer dan 3 maanden in Nederland wilt blijven.
Dit visum wordt normaal gesproken vóór vertrek geregeld bij de Nederlandse ambassade in het land van herkomst.
Voor adoptiekinderen uit Indonesië werd een uitzondering gemaakt. Zij kregen geen MVV, maar in plaats daarvan werd een toeristenvisum verstrekt. Dit visum is bedoeld voor een verblijf van maximaal 3 maanden.
Zodra het kind in Nederland aankwam, vroegen de adoptieouders een verblijfsvergunning aan.
Bij de afgifte van een toeristenvisum wordt niet getoetst of aan de voorwaarden uit het vreemdelingenrecht is voldaan. Dit betekent dat dit pas in Nederland werd gedaan.
Pas in 1983 is deze werkwijze aangepast: Zie de brief van het Ministerie van 4 juli 1983 >>
Praktische werkwijze toen
Twee weken voor vertrek naar Indonesië konden adoptieouders telefonisch de naam en de geboortedatum van het kind dat zij van plan waren te adopteren doorgeven aan het Nederlandse Ministerie van Justitie.
Het ministerie stuurde dan via een telexbericht instructies naar de Nederlandse ambassade in Jakarta om een inreisvisum te verstrekken.
Dit gebeurde nog voordat de adoptie had plaatsgevonden.
Een visum zonder naam
Ook lezen we dat sommige organisaties zelfs het ministerie verzochten een visum door de ambassade te laten afgeven, zónder dat de naam van het kind al bekend was. Dit is natuurlijk raar. Hoe kan de ambassade iets regelen als je niet eens weet om wie het gaat?
Controle op de adoptieprocedure
Na aankomst controleerde de vreemdelingenpolitie of de adoptie aan alle regels voldeed en of er een verblijfsvergunning kon worden verstrekt. Dit was vaak lastig omdat bijvoorbeeld geboorteaktes of andere belangrijke documenten ontbraken.
Als de adoptieprocedure niet klopte, was er officieel een verplichting om het kind terug te sturen. Dit gebeurde in de praktijk nooit.
Gevolgen van deze werkwijze
Door geen MVV te eisen, kon de Nederlandse overheid pas in Nederland controleren of de adoptie correct was verlopen. Dit betekende dat ook kinderen waarbij de procedure niet aan de regels voldeed toch werden toegelaten. Je kan een baby immers niet makkelijk uitzetten.
Adoptieorganisaties waren zich bewust van deze soepele regeling. Zij hadden geen harde verplichting om alle regels strikt te volgen, omdat er geen consequenties waren als de regels niet goed werden nageleefd.
Waarom was het belangrijk aan de regels voor een MVV te toetsen?
Dit was belangrijk omdat getoetst moest worden:
- of de adoptie in het belang van het kind was,
- of het kind geen aanvaardbare toekomst had in Indonesië en
- of de ouders afstand hadden gedaan, op een naar Nederlandse normen acceptabele wijze.
Als dit op de Nederlandse ambassade in Indonesië al was getoetst, dan hadden eventuele fouten hersteld kunnen worden. En als er te weinig documenten waren, had dit nog geregeld kunnen worden. De adoptieorganisaties zouden dan gedwongen zijn zorgvuldiger te werken en illegale adopties zouden sneller aan het licht zijn gekomen.
De Nederlandse overheid heeft hier steken laten vallen.
De afgifte van het toeristenvisum door de ambassade kon soms een paar dagen duren, en dat vonden sommige adoptieouders vervelend. Hierdoor kwam het voor dat adoptieouders zelfs deze stap oversloegen en hun kind zónder visum meenamen naar Nederland. In september 1978 schrijft mw Gideonse van SOC (een Nederlandse adoptieorganisatie) een brief aan het ministerie van Justitie (aan mw van de H.) waarin zij aangeeft dat adoptieouders hun kind zonder visum mee naar Nederland nemen omdat de Nederlandse ambassade zonder opgaaf van reden, geen visa meer zou verstrekken. Op Schiphol maakte de marechaussee in ruggespraak met het ministerie toegang mogelijk. Deze methode (het visum pas op Schiphol aanvragen) werd ook aangeraden door sommige andere adoptieorganisaties. In 1980 verschijnt het volgende artikel in het blad van de Gereformeerde Adoptie Vereniging: “Wie vandaag pleegkinderen uit Indonesië ophaalt (langs welk kanaal dan ook) wordt dringend aangeraden niet naar de Nederlandse ambassade in Jakarta te gaan om een inreisvisum voor die kinderen op te halen. Dit zou dagenlang oponthoud kunnen betekenen vanwege bepaalde troubles daar.” Hierdoor wordt je “dagenlang nodeloos vastgehouden” in Jakarta. De volgende werkwijze wordt ten zeerste aanbevolen: “Er wordt gewerkt aan een “sanering” van de Nederlandse ambassade in Jakarta op dit punt.” Wil je meer weten over aan welke regels er getoetst had moeten worden voordat er een MVV mocht worden afgegeven?Reizen zonder visum
Dit zou nu niet meer mogelijk zijn (je komt het vliegtuig niet in) maar in de jaren 70 en 80 lukte het nog kinderen mee te nemen zonder visum. Aan de grens op Schiphol kon je dan alsnog toegang vragen en een visum krijgen van de marechaussee.
Ze geeft aan dat de weigering van visa eigenmachtig wordt genomen door een Indonesische secretaresse buiten de consul om. Ze vraagt het ministerie hier paal en perk aan te stellen, omdat deze gang van zaken tegen een achtergrond van persoonlijke belangen moet worden gezien.Wie deze Indonesische secretaresse was en waarom ze persoonlijke belangen had, blijft onduidelijk. Was dit iemand die tegen buitenlandse adoptie was? Of was dit mw D. die zelf bemiddelde bij adopties en zo de andere organisaties dwars zat?
Wanneer de toestand weer normaal is, zal de schrijver van dit artikel dit doorgeven.
Lees meer over de toelatingsvoorwaarden>>>